Eigen haar
De kwaliteit van de haarkrans zegt heel veel over het uiteindelijke resultaat van een haarimplantatie. Zijn de haren uit de haarkrans dik, dan worden de geïmplanteerde nieuwe haren ook dik. Zijn de haren uit de haarkrans dun, dan worden de geïmplanteerde haren ook dun. Dit lijkt heel logisch maar vaak verlangd men een heel dik resultaat terwijl het eigen haar in de haarkrans juist dun is.
Grootte van het implantatiegebied
Hoe groter het gebied waarop de haren moeten komen hoe meer haren nodig zijn om te implanteren. Heb je twee kleine inhammen en ga je uit van zo’n 40-45 haren per cm2 om te implanteren dan heb je bij een oppervlakte van 20 cm2 (elke inham +/- 10cm2) al 45×20= 900 haargroepjes (grafts) nodig om te implanteren. Wij plaatsen altijd preventief al haren tussen de haargrens zodat als de inhammen groter worden dit al beschermd is. Voor inhammen heb je dus vaak al rond de 1000-1200 haargroepjes nodig.
Maar als je al helemaal kaal bent of een groot gedeelte van je hoofd is kaal, dan kun je je voorstellen dat er een hoop meer haren nodig zijn. Wij brengen dan vaak de dichtheid bovenop iets terug zodat we de haarlijn dan weer wat dikker kunnen maken. Hierdoor krijg je optisch het mooiste resultaat.
Haarkrans
Levenslang heeft een man gemiddeld 5000-6000 haargroepjes beschikbaar in de haarkrans. Ga je er meer uithalen, dan heb je kans dat het zichtbaar wordt en dit is niet mooi. Daarom is het belangrijk dat je nadenkt over de verdeling van het aantal haargroepjes over de rest van je leven. Ben je 25 jaar en al behoorlijk kalend aan de voorkant, dan is het niet verstandig om alles alleen aan de voorkant te laten implanteren. Je kunt immers ook aan de achterkant nog verder kaal worden en op dat moment heb je niet meer voldoende haren beschikbaar.
Wat kan ik verwachten van een haartransplantatie?
Dat is de vraag die wij voor je beantwoorden tijdens een persoonlijk adviesgesprek. Neem contact op om een gratis afspraak in te plannen.